Inert gas IG-55
De gassen die gebruikt worden zijn stikstof en argon en worden betrokken uit de lucht. Om te blussen wordt de luchtsamenstelling in het lokaal gewijzigd door gebruik te maken van gassen, die al in de lucht voorkomen. Het zuurstofgehalte in de lucht wordt verlaagd zonder daarmee mensen in gevaar te brengen en de zichtbaarheid blijft behouden omdat de temperatuur slechts licht daalt, en er dus geen mist ontstaat.
Alle systemen worden opgebouwd met stalen cilinders van 80 of 140 liter inhoud. Na lediging van de cilinders of wanneer de cilinders aan een nieuwe druktest toe zijn, kunnen deze onmiddellijk door identieke cilinders vervangen worden.
Binnen een tijdspanne van één of twee minuten wordt de inhoud van de cilinders, die ongeveer overeenkomt met de helft van het volume van het lokaal, via sproeiers ingebracht in het lokaal. Binnen dezelfde periode moet evenveel lucht het lokaal kunnen verlaten. Maar als al het inert gas is ingeblazen kan het lokaal best goed gesloten zijn om zo lang mogelijk, en minstens gedurende 10 minuten, de blusvoorwaarden aanwezig te houden. Meestal moeten er hiervoor een overdrukklep voorzien worden, die de lucht wel naar buiten laat, maar de opening daarna opnieuw afsluit.
Kidde
Argonite
De afsluiters op de cilinders van het Kidde®-Serie-400-systeem zorgen voor een regeling waardoor het inert gas uitstroomt aan een constante druk van 60 bar. De doorlaat in het ventiel vergroot naargelang de opslagdruk in de cilinder, tijdens het uitstromen, verlaagt.
-
De cilinders kunnen tijdig hun inhoud vrijgeven, waardoor het niet nodig is extra gas en cilinders te voorzien om na 1 minuut de voorgeschreven concentratie te bereiken.
-
Er is geen drukpiek zoals in de traditionele systemen zodat de grootte van de overdrukopeningen beperkt blijft.
-
De leidingdiameters kunnen kleiner gekozen worden omdat er stroomafwaarts van de ventielen op de cilinders nergens een drukverlagende vernauwing hoeft te zitten.
Standaard maken we gebruik van het inert-gasmengsel IG55, ook Argonite® genoemd. Dat is het mengsel van 50% Stikstof en 50% Argon.
-
Dat mengsel is een weinig zwaarder dan lucht en blijft in het lokaal het langst aanwezig waar doorgaans ook het risico op brand aanwezig is: op vloerniveau
-
Het verschil in soortelijk gewicht tussen lucht en IG55 is niet groot zodat de invloed van lekken in het lokaalomhulsel geringer is dan bij toepassing van chemische blusgassen of van zuiver Argon als inert gas. Maar waar de ‘lekken’ hoofdzakelijk in de vloer zitten kunnen we de cilinders ook vullen met IG100 of zuiver Stikstof, dat lichter is dan lucht en dus het langs tegen het plafond aanwezig blijft.
Typisch voor dit Serie-400-systeem is
-
dat de cilinderafsluiters met een stuurdruk van 8 bar geopend worden. De elektrische ontkoppelaar met handbedieningsknop, die op één van de cilinderafsluiters wordt gemonteerd, reduceert de druk van 300 of 200 bar naar 8 bar. De afsluiters hebben snelkoppelingen voor de slangetjes met insteekverbindingen.
-
dat voor de verbinding van de drukbewakingscontacten in de manometers verbindingskabeltjes bestaan als gekozen wordt voor contacten die sluiten bij te lage druk in de cilinder. De contacten, die open zijn bij voldoende druk, kunnen geen valse drukverliesmelding veroorzaken als ze blootgesteld worden aan vibraties.
-
dat bij gebruik van richtingsventielen, de druk voor het openen van het gepaste ventiel geleverd wordt door de inert-gascilinders zelf, via een ontspanner. Een aparte elektrische of manuele bediening is wel nodig om de richting te kiezen.
Het Kidde Serie-400-systeem beschikt over de LPCB-goedkeuring.
Fike
ProInert
De cilinderventielen van het Proinert-systeem zorgen voor een regeling waardoor het inert gas uitstroomt aan een constante druk van 42 bar. De doorlaat in het ventiel vergroot naargelang de opslagdruk in de cilinder, tijdens het uitstromen, verlaagt.
-
De cilinders kunnen tijdig helemaal leegstromen, waardoor het niet nodig is extra gas en cilinders te voorzien om na 1 minuut de voorgeschreven concentratie te bereiken.
-
Er is geen drukpiek zoals in de traditionele systemen zodat de grootte van de overdrukopeningen beperkt blijft.
-
De leidingdiameters kunnen kleiner gekozen
worden omdat er stroomafwaarts van de ventielen
op de cilinders nergens een drukverlagende
vernauwing hoeft te zitten.
Standaard maken we gebruik van het inert-gasmengsel IG55. Dat is het mengsel van 50% Stikstof en 50% Argon.
-
Dat mengsel is een weinig zwaarder dan lucht en blijft in het lokaal het langst aanwezig waar doorgaans ook het risico op
brand aanwezig is : op vloerniveau. -
Het verschil in soortelijke massa tussen lucht en
IG55 is niet groot zodat de invloed van lekken in
het lokaalomhulsel geringer is dan bij toepassing
van chemische blusgassen of van zuiver Argon als
inert gas.
Maar waar de ‘lekken’ hoofdzakelijk in de vloer zitten
kunnen we de cilinders ook vullen met IG100 of zuiver
Stikstof, dat lichter is dan lucht en dus het langs tegen
het plafond aanwezig blijft.
Het Proinert-systeem wordt wereldwijd verdeeld. Het beschikt dan ook over tal van goedkeuringen zoals die van LPCB (UK), FM, UL en ULC.