top of page
Kidde.jpg

Keukenblussing WHDR

Het WHDR™-systeem werd uitvoerig getest en goedgekeurd volgens de meest veeleisende norm voor keukenblussing: de UL-300 standaard. Verdelers en installateurs van het systeem hebben een opleiding genoten in het ontwerpen, installeren en onderhouden van deze systemen en moeten die opleiding regelmatig vernieuwen.

Bluswerking

Het blusmiddel is een waterige oplossing van kaliumcarbonaat.  Door het verstuiven van dit mengsel langs de sproeiers wordt het vuur verstikt want de vloeistof zet door de hitte meteen om in stoom, dat de lucht uit de omgeving van het vuur verdrijft.  Opnieuw opflakkeren wordt verhinderd doordat een zeepachtig schuim gevormd wordt dat het contact tussen de olie en de zuurstof in de lucht verbreekt.  Het brandend oppervlak wordt snel gekoeld en de chemische kettingreactie van het vuur wordt gebroken.

Er bestaan drie reservoirs van verschillende grootte en meerdere reservoirs kunnen samen in hetzelfde systeem gebruikt worden. De gevulde reservoirs staan permanent onder een druk van zowat 12 bar, bekomen met stikstof.  Een manometer laat toe die druk te controleren.
De afsluiters moeten met een stuurdruk geopend worden.  Het is een drijfgasflesje met Stikstof, dat met het mechanisme in het controlekastje  geopend kan worden, dat die druk zal leveren.   In de roestvrijstalen kast, die we standaard voorzien voor de reservoirs WHDR-10 EU, WHDR-15 EU en WHDR-23 EU, is het ontkoppelingsmechanisme ingebouwd.

Cilinders.jpg
IMG_XV-voor.jpg
WHDR_kast+deksel_edited.jpg

Het bevel tot blussen kan komen van een hittedetectie-element (smeltlood of glaspatroon) of kan handbediend, door middel van een trek-bediening gegeven worden.  Zowel de detectie-elementen als de trek-handbediening zijn via een afgeschermde roestvrije kabel verbonden met het ontkoppelingsmechanisme.

In het controlekastje voorzien we standaard een dubbele elektrische omschakelaar (max. 15A bij 125/250V wisselspanning). Met de contacten van deze schakelaars moet de voeding van de beschermde toestellen worden onderbroken.

Er worden 7 types sproeiers gebruikt.  Die zijn te onderscheiden door hun letter-markering en door hun uitzicht en de ringen op het lichaam.  Afhankelijk van de aard en de afmetingen van dampkapplenum, extractiekoker of toestel is in het installatiehandboek bepaald welke sproeier te gebruiken en waar die te plaatsen. Elke sproeier is verchroomd en heeft een ingebouwd RVS-filtertje en binnendringen van vet wordt verhinderd met behulp van een afschermfolie.

Buiten uitzonderlijke gevallen wordt voor de detectie een beroep gedaan op 'smeltloden' of glaspatroontjes.  Deze hittedetectie-elementen worden onderling en met het ontkoppelingsmechanisme bij het reservoir verbonden met een roestvrije kabel.  Bij richtingveranderingen wordt de kabel over gelagerde wieltjes geleid.
De meest gebruikte detectie-elementen zijn die van 182°C maar er bestaan er ook die bij hogere of lagere temperaturen aanspreken : 74°C, 100°C, 141°C, 232°C en 260°C.

Het leidingstelsel voeren we telkens in roestvrije elementen uit. Ook de roestvrije kabel van de smeltloden en de handbediening wordt beschermd door roestvrije leiding.

De systemen zijn "UL-" en "ULC-listed", beantwoorden aan de UL300-norm  en aan NFPA-regels nrs. 17A “Wet Chemical Extinguishing Systems” en 96 “Ventilation Control and Fire Protection of Commercial Cooking Operations”.  We bouwen de systemen zodat ze beantwoorden aan de Europese norm EN 16282-7. 
Het systeem is CE-conform en de reservoirs beantwoorden aan de TPED (Transportable Pressure Equipment Directive).
De systemen met de drie reservoirs beschikken ook over de ANPI-goedkeuring na geslaagde testen volgens Technische Nota 113 en volgens certificatieschema 5 van ISO/IEC 17067:2013.

Kast&Deksel2.jpg
bottom of page